De vakbonden maken bezwaar tegen het voorstel van het kabinet om medewerkers
te ontslaan zonder voorafgaande toetstemming door de rechter of het CWI. In
het voorstel kan dit, als een werkgever de werknemer maar een wettelijk
vastgestelde vergoeding betaalt. Is de werknemer het hier niet mee eens, dan
kan hij zelf naar de rechter stappen. Kan hij zich vinden in de vergoeding,
dan is de zaak zonder rechter afgedaan.
Dit klinkt revolutionair, maar de vraag is of het werkelijk een groot
verschil met de huidige situatie betekent. De kantonrechter ontbindt nu
namelijk ook al in 98 procent van de gevallen contracten. Hij kent de
werknemer hierbij vaak een vergoeding toe die naarmate de werkgever meer
schuld draagt aan het conflict, hoger is. Heeft de werkgever onvoldoende
reden de werknemer te ontslaan, dan is de arbeidsrelatie door de rechtszaak
vaak zo verziekt dat de kantonrechter het contract om die reden alsnog
ontbindt.
Hieruit kan je afleiden dat het nu ook zo moeilijk niet is een werknemer te
ontslaan en dat ontslagbescherming nu dus eigenlijk ook al wordt afgekocht,
al zit er dan nog wel een rechter tussen die bepaalt hoe hoog de vergoeding
moet zijn.
Toch vinden de vakbonden het verschil tussen toetsen vooraf en bezwaar
maken achteraf groot. Alleen de dreiging van een rechtzaak werkt nu namelijk
al preventief. Werkgevers weten blijkbaar niet dat het zo moeilijk niet is
een werknemer te ontslaan. Die dreiging zal als het kabinetsplan doorgaat,
minder worden, omdat veel werknemers die de wacht wordt aangezegd, eieren
voor hun geld zullen kiezen en genoegen nemen met de aangeboden vergoeding.
Daarnaast neemt de bureaucratische rompslomp rond het ontslag van een
werknemer af. Ook dit kan de drempel voor een werkgever verlagen om iemand
de wacht aan te zeggen.
Wil een bedrijf iemand om bedrijfseconomische redenen ontslaan, dan kan dit in
het kabinetsplan zonder vergoeding, maar dan is wel toestemming nodig van
het CWI. Dit is momenteel ook al zo. Is het CWI akkoord, maar is de
werknemer het hier niet mee eens, dan kan hij naar de kantonrechter stappen
om de arbeidsrelatie te herstellen of alsnog om een vergoeding te vragen.
Ook hier verandert in theorie dus niet zo veel.
Wat wel verandert, is dat in het kabinetsvoorstel de
ontslagvergoedingen worden gemaximeerd op 75 duizend euro (of een
jaarsalaris als iemand meer dan 75 duizend euro per jaar verdient). Voor
oudere werknemers ligt het maximum op 100 duizend euro. Dit is nieuw en kan
schelen.
De neutrale ontslagvergoeding van iemand van 57 met dertig dienstjaren en een
maandsalaris van 3.300 per maand is dan 100 duizend euro, in plaats van
152.460 euro nu. Van die 100 duizend euro mag nog maximaal een kwart
maandsalaris per dienstjaar aan scholingskosten worden afgetrokken.
Dat het voorstel van het kabinet een vast contract waardeloos maakt, is
wat overdreven. Met een contract bouw je dienstjaren op en zonder
dienstjaren krijg je helemaal geen vergoeding. Wel maakt het voorstel van
het kabinet het ontslaan van een werknemer goedkoper en maakt het de drempel
om iemand te ontslaan waarschijnlijk lager.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl